gender- en seksuele diversiteit in het onderwijs

Steun van het schoolteam heeft een positief effect op lhbt-leerlingen. Ook op een school met een GSA voelen ze zich minder vaak een outsider. Dit blijkt uit een groot onderzoek dat COC Nederland 13 december presenteerde. Het rapport geeft duidelijk aan welke maatregelen helpen, en hoe nodig deze zijn. Want lhbt-jongeren voelen zich op school vijf keer vaker eenzaam dan hetero leerlingen. School & Veiligheid pleit voor een actieve opstelling van docenten.

Aandacht loont

Afgelopen jaar hebben ruim duizend Nederlandse lhbt-leerlingen en -studenten (13-20 jaar) een enquête ingevuld over hun welbevinden op school. Zij deden dit voor The 2018 Dutch National School Climate Survey Report dat de Columbia University uitvoerde in opdracht van onder meer COC Nederland.*

De optimistische boodschap die naar voren komt uit het rapport, is dat scholen met de juiste maatregelen een groot verschil kunnen maken in het welzijn van hun lhbt-leerlingen.

  • De scholen waar lhbt-leerlingen steun ervaren van het personeel, zijn ook de scholen waar leerlingen aanzienlijk meer het gevoel hebben erbij te horen (72% t.o.v. 37%). Dit gaat op als leerlingen het gevoel hebben dat tien of meer personeelsleden hen steunen. Op die scholen geven lhbt-leerlingen ook aan dat alle medeleerlingen lhbt’ers meer accepteren (56% t.o.v. 17%). Bovendien spijbelen ze minder (12% t.o.v. 32%).
  • Het gevoel erbij te horen is groter op scholen met een GSA, of de leerling hier nu wel of geen lid van is (64% t.o.v. 48%).
  • Op scholen met een GSA worden (iets) minder homofobe opmerkingen gemaakt.
  • Positieve verschillen zijn ook te zien als de school lhbt-onderwerpen in het curriculum heeft opgenomen.

Opmerkingen komen hard aan

Dat lhbt-leerlingen positieve maatregelen hard nodig hebben, komt ook naar voren in het rapport. Slechts 40% van de lhbt-leerlingen voelt zich veilig op school in algemene zin. Onveiligheid die specifiek te maken heeft met de seksuele oriëntatie, ervaart 34% van de lhbt-leerlingen. De leerlingen en studenten voelen zich vooral onveilig door denigrerende opmerkingen of vooringenomen taal: 71% hoort ze vaak. Meer dan de helft (56%) is door die opmerkingen behoorlijk of sterk aangedaan.

Fysieke intimidatie en fysiek geweld vinden minder vaak plaats. Hiervan doen de leerlingen relatief vaak melding (62%). Maar slechts 38% van hen denkt dat de school hier ook effectief tegen optreedt.

Niet erbij horen

De antwoorden van de lhbt-leerlingen en -studenten zijn ook vergeleken met de Nederlandse uitkomsten van het OECD PISA-onderzoek uit 2015, een internationaal onderzoek onder 15-jarige scholieren (zonder lhbt-uitsplitsing). Uit deze vergelijking komt een schokkend verschil in welzijn naar voren. De groep lhbt-leerlingen die zich eenzaam voelt, niet thuis op school en een outsider, is vier tot vijf keer groter dan de groep gemiddelde 15-jarige scholieren die zich zo voelt.

School & Veiligheid: Actieve opstelling nodig

Klaas Hiemstra, directeur van Stichting School & Veiligheid is niet verrast over de eenzaamheid van de lhbt-leerlingen. “Uit dit onderzoek blijkt eigenlijk opnieuw dat deze groep leerlingen zich significant onveiliger voelt. En dat het echt onvoldoende is om op school alleen een vertrouwd persoon te hebben bij wie ze terechtkunnen. Daarmee is het gescheld namelijk niet van de baan. Denk je eens in: meer dan de helft van de studenten en kinderen die dat soort opmerkingen meemaakt, is flink van de kaart.”

Hiemstra zou graag zien dat meer leraren zich beseffen dat ze zich actief moeten opstellen. “Als ze de leerlingen willen leren om zich met elkaar te verbinden, met al hun verschillenden identiteiten, is een actieve houding echt nodig. Het mooie van dit onderzoek is dat het laat zien dat die inspanningen nut hebben. Een curriculum dat lhbt-onderwerpen bevat: het kan gewoon. De GSA ondersteunen: geen probleem, lijkt me. Met je team expliciet ondersteunend zijn: denk daar eens goed over na met z’n allen hoe je dat kunt realiseren.” Volgens Hiemstra is het tevens belangrijk dat tussen leraren en leerlingen afspraken worden gemaakt over gedrag en dat daarbij expliciet lhbt-casussen worden meegenomen, zodat leraren hierop kunnen teruggrijpen. “Begin gelijk na de kerstvakantie. De Zilveren Weken in januari zijn perfect om eerder gemaakte klasse-afspraken op te poetsen voor de rest van het jaar!”

* In opdracht van de Amerikaanse organisatie GLSEN en COC Nederland heeft de Columbia University onderzoek gedaan naar het schoolklimaat voor lhbt-leerlingen, dat heeft geresulteerd in The 2018 Dutch National School Climate Survey Report. Research Report. New York: Teacher College, Columbia University, Pizmonyh-Levy, O. (2018).

 


Leerlingen vertellen

Het onderzoek bevatte ook open vragen. Zo werd gevraagd of de leerlingen praktijken meemaakten die zijn ervaarden als discriminerend tegen lhbt’ers. Hierop antwoordden opvallend veel respondenten dat ze het vervelend vinden als een leraar de klas in groepen jongens en meisjes verdeelt. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij excursies, op kamp of werkweek, bij schoolfeesten, maar ook op school (zoals bij danslessen).

  • ‘Bij lessen de klas opsplitsen tussen de jongens en de meisjes en mij dan plaatsen tussen de jongens – terwijl die me juist pesten – en mij niet de keuze geven om bij de meiden aan te sluiten omdat daar al mijn vriendinnen zitten die me wel accepteren.’
  • ‘We mochten niet als homokoppel samen naar het schoolfeest.’
  • ‘Er zijn meerdere keren koppeldansen geweest, waarbij de koppels alleen uit een jongen en een meisje mochten bestaan.’

Op de open vragen kwamen ook verhalen over een sensitieve sfeer en onderling (on)begrip:

  • Tijdens een les Nederlands werd een betoog gehouden tegen genderneutraliteit. ‘Ik gaf een beetje kritiek, maar voelde me niet vrij genoeg om echt m’n mening te geven. Wat gewoon aan mij kan liggen, trouwens. Niet per se aan m’n klas of docent.’
  • ‘Veel mensen geven hun mening zonder dat ze van jou weten dat jij misschien bi, homo of lesbisch bent. Bij mij was het bijvoorbeeld dat een klasgenoot zei dat als hij ooit kinderen krijgt en die homo of lesbisch ‘worden’, dat hij ze uit huis zet en niet gaat zien als zijn kind. Ik vind dat best een heftige uitspraak. Ook gaan ze ervan uit dat niemand in de klas dat is. Door die opmerkingen durf ik er niet voor uit te komen.’

Respondenten die lid waren van een GSA, werd gevraagd waar zij het meest trots op waren. Veel leerlingen bleken zich trots te voelen dat ze zo’n groot evenement als Paarse Vrijdag voor de hele school hadden georganiseerd.


Lees meer:

Ga naar het Adviespunt van School & Veiligheid

voor advies over lhbti+ en sociale veiligheid op school