Gender- en seksuele diversiteit opnemen in je les

PO

Gendi-tips

Ruimte geven aan het thema gender- en seksuele diversiteit in de klas is een mooie manier om kinderen te leren hoe ze respectvol met zichzelf, elkaar en de buitenwereld omgaan. Onderstaande tips helpen je om het thema te integreren in je les op een manier zodat het voor alle leerlingen veilig voelt. En jij goed voorbereid bent. 

  • 1. Onderzoek wat jouw leerlingen al weten en wat ze willen leren.

    Vergroot de betrokkenheid in jouw les door te onderzoeken wat jouw leerlingen willen weten en leren.

    • Gebruik een vragendoos in de klas waar de leerlingen (anoniem) vragen in kunnen stoppen. Voer daarna een open kringgesprek of bereid een les voor om te geven op een ander moment op basis van vragen die kinderen hebben gesteld.
    • Spreek bij een veilig kringgesprek af dat je per keer een x aantal vragen bespreekt.
    • Laat de vragendoos en een gesprek regelmatig terugkeren. Regelmaat is belangrijk, zodat leerlingen zich veilig (gaan) voelen om iets ter sprake te brengen of te vragen.
    • Heb je een leerling in de klas van wie je weet dat deze lhbti+ is? Informeer eerst óf en hóe deze een les over gender- en seksuele diversiteit wil ervaren. Forceer niets, er zijn meerdere manieren om bij alle leerlingen aandacht te geven aan deze onderwerpen. Gebruik je een lesmethode voor seksuele vorming? In goed onderbouwde lesmethodes zit vaak een element waardoor je tegemoetkomt aan de wensen van je leerlingen. Onder de tabjes ‘Lesmaterialen’ en ‘Kennis & inspiratie’ vind je erkende interventies
  • 2. Sluit met je les aan bij de ontwikkeling en kennis van kinderen.

    • Probeer te achterhalen wat ze al weten over de herkenning van eigen emoties, gender- en seksuele diversiteit, vriendschap, verliefdheid, relaties en seksualiteit. Bijvoorbeeld door een woordspin op het bord waarbij leerlingen vrij associëren over een onderwerp.
    • Verdiep je in de seksuele en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leeftijd van jouw leerling, waar zijn ze mee bezig? Wat kunnen ze aan? Rutgers biedt op hun leerportaal e-learnings aan over dit onderwerp.
    • Bedenk je ook wat de beginsituatie van de leerlingen vanuit hun thuisopvoeding is. Sommige leerlingen worden in het thema heel vrij opgevoed, maar anderen niet (bijvoorbeeld door geloof of cultuur). Het een is niet beter dan het ander, maar geeft wel een andere startsituatie. Dit kan invloed hebben op de sociale veiligheid.
    • Een veilig pedagogisch klimaat is sowieso een belangrijke basis voor lessen over gender- seksuele diversiteit, dar gaan we bij de volgende tip op in.

    Onder de tabjes ‘Lesmaterialen’ en ‘Kennis & inspiratie’ vind je tips, tools en erkende interventies die je voor de lessen  kunt inzetten. 

  • 3. Zorg voor een veilige sfeer.

    • Ga na hoe de groepsdynamiek is in deze klas bij gevoelige onderwerpen? Als jouw groep het fijn heeft met elkaar, goede omgangsvormen kent, de regels in de klas naleeft en leerlingen hun eigen emoties herkennen en er (grotendeels) mee om kunnen gaan, dan kun je makkelijk een les geven rondom genderdiversiteit en seksualiteit. Natuurlijk kunnen er bij uitdagende thema’s altijd spanningen in de klas ontstaan.
    • Begrens gedrag of taal van een leerling als dit ongewenst, beledigend, discriminerend of uitsluitend is. Zeg dat dit niet oké is, dat dit in de klas niet gezegd wordt. Leg daarbij uit waarom, bijvoorbeeld omdat je daarmee mensen kwets.
    • Nodig vervolgens de leerling wel direct uit om te vertellen waarom hij/zij/hen dit vindt.
    • Geef ruimte aan de emotie door ernaar te vragen. ‘Je zegt het heel boos, hoe kom je zo boos over dit onderwerp?’ of ‘Vertel eens, welke ervaring heb je hiermee?’ Door de leerling de kans te geven te vertellen wat erachter zit, zie je de leerling. En door het begrenzen kom je ook op voor andere leerlingen die zich beledigd kunnen voelen. De visual Een veilig klassengesprek laat je dit zien.

    Wil je meer weten over de methode begrenzen en uitnodigen? School & Veiligheid heeft een gratis training Dialoog onder druk ontwikkeld.

  • 4. Weet waar je zelf staat met betrekking tot het thema gender- en seksuele diversiteit.

    • Wees je bewust van je eigen opvattingen en (voor)oordelen over gender- en seksuele diversiteit. Waar sta jij? En hoe ga je ermee om als leerlingen een (uitgesproken) mening hebben die afwijkt van jouw mening? Of als een opmerking je persoonlijk raakt? Bereid je hierop voor.
    • Denk na over hoe leerlingen jou zien in relatie tot een bepaald onderwerp.
    • Denk alvast na over een mogelijk antwoord op lastige vragen en bepaal wat je zelf wel en niet wilt delen. Want er is grote kans dat leerlingen jou persoonlijke vragen stellen over dit onderwerp.
    • Ga na wat je nodig hebt om goed les te kunnen geven over het onderwerp en het te bespreken in de klas. Voor wat betreft vaardigheden en vertrouwen. Er is genoeg ondersteuning en scholing beschikbaar. Zoals De Pedagogische Wegwijzers, de Fijne kneepjes van het vak of de teamtool De kijkroute van School & Veiligheid
    • Bedenk welk type gesprek je wilt voeren en welke rol jij hierbij wil spelen. De visual Docentrollen geeft je een overzicht van de verschillende rollen die je kunt aannemen.

    Bij lesmaterialen en inspiratie vind je meer materialen die je hiervoor kunt gebruiken

  • 5. Bereid een les of gesprek over het onderwerp altijd goed voor

    Voorbereiding is het halve werk. Naast het bepalen van het leerdoel van de les en het kiezen van geschikte lesmaterialen, is het goed je ook op andere aspecten voor te bereiden:

    • Ga na welke mogelijke vragen je kunt krijgen van  leerlingen.
    • Maak een bewuste keuze wanneer jij les geeft over het thema. Aan het begin van een schooljaar merk je dat je andere dingen kunt doen en bespreken dan later in een schooljaar. Gebruik eventueel kalendermomenten die je vind in de Aan de slag kalender (Gendi) of grijp een actueel onderwerp aan dat de leerlingen bezighoudt.
  • 6. Informeer ouders over de lessen en de visie van school.

    Informeer ouders over lessen die je geeft over maatschappelijk gevoelig liggende onderwerpen, zoals gender- en seksuele diversiteit.

    • Houdt ouders op de hoogte van lessen of themaweken waarin het onderwerp aan bod komt in de klas door ruim op tijd aan te kondigen wanneer je het behandelt.
    • Informeer ouders over de inhoud van de lessen en geef ze eventueel ook informatie over het thema.
    • Maak bij het informeren van ouders het beleid en de visie van school kenbaar. Soms zullen ouders het niet eens zijn met het beleid of de visie van de school. Het werkt het beste als respect voor gender- en seksuele diversiteit is ingebed in de visie en waarden van de school. Zo weten ouders meteen waar ze aan toe zijn bij het kiezen van een school voor of samen met hun kind. Het hebben van een gedragen visie helpt bovendien bij het in gesprek gaan met ouders hierover.
  • 7. Kies lessen die zich richten op het bevorderen van empathie en het verminderen van vooroordelen

    Lessen die empathie en het verminderen van vooroordelen bevorderen, helpen mee aan het goed en veilig bespreekbaar maken van gender- en seksuele diversiteit. Denk bijvoorbeeld aan het (laten) vertellen van een persoonlijk verhaal (zie tip 8), het tonen van een video of filmfragment, het voorlezen van een (prenten)boek of het bekijken van een theatervoorstelling. Wanneer leerlingen zich echt gaan inleven in een persoon uit een andere groep, dan ervaren zij empathie voor die ander en verminderen de negatieve gevoelens (Pettigrew & Tropp, 2008)

  • 8. Grijp meerdere momenten in het jaar aan voor een les.

    Één bewuste les geven is al goed. Maar er zijn genoeg (kleine) momenten gedurende de dag die directe aanleiding geven om (een onderdeel van) het thema te bespreken met je klas.

    • Denk eens aan actualiteiten die voorbijkomen bij nieuwsbegrip of NOS jeugdjournaal.
    • Gebruik themadagen, weken of kalendermomenten om bij aan te haken met een lesje, activiteit of gesprekje. Een overzicht van deze momenten geeft de Aan de slag kalender, een gratis poster van Gendi.
    • Gebruik indirecte aanleidingen zoals een standaard gezinssamenstelling dat wordt genoemd in een les(boek). Vraag welke gezinssamenstellingen leerlingen nog meer kennen of verander dat eens naar een gezin met twee vaders of twee moeders.

    Door het onderwerp op verschillende momenten en op verschillende manieren aan te kaarten, blijven de lessen beter hangen bij leerlingen. Bovendien hangen de onderwerpen samen met een web van waarden en normen, waar je alleen tijdens de schooljaren van leerlingen aan kunt werken. Daarvoor is het belangrijk te weten aan welke doelen je met de leerlingen wil werken.

    Ben je op zoek naar erkende methodes die je kunt inzetten tijdens je les? Kijk dan onder het tabje ‘Lesmaterialen’.

  • 9. Schakel een gastdocent met een gastles in.

    Gastlessen kunnen erg waardevol zijn, bijvoorbeeld als er een ervaringsdeskundige aan het woord is. Zo iemand zorgt voor representatie van lhbti+-personen en vergroot de beeldvorming van leerlingen.

    • Plan een gastles wel zorgvuldig in.
    • Werk van te voren naar de gastles toe. Bouw er een project omheen, geef voorbereidende lessen, en/of bouw de gastles uit tot een reeks van op elkaar aansluitende gastlessen.
    •  Zorg dat je zelf aanwezig bent en blijft tijdens een gastles. Zo weet je wat er behandeld is, en kun je er bij situaties waar nodig op teruggrijpen.
    • Praat na afloop met je klas na over de gastles en kom er af en toe op terug als het onderwerp ter sprake komt.

    Lees het artikel over Gastlessen op Gendi over de effectiviteit van gastlessen en waar je geschikte gastlessen en gastsprekers vindt.

Meer tips lees je in het artikel dat Rutgers schreef voor Gendi: Veilig een les geven over gender en seksuele diversiteit

Lesmaterialen

Paarse Vrijdag op de basisschool

poposterlespakket

Op Paarse Vrijdag vieren scholen dat iedereen uniek is en zichzelf mag zijn. Meedoen? Bekijk de lestips voor in de klas. Paarse Vrijdag is een initiatief van COC Nederland.

Kennis & inspiratie

Een veilige school, ook voor lhbti+ leerlingen.