Contact met ouders

VO

Gendi-tips

Hoe betrek je ouders op de middelbare school bij het thema gender- en seksuele diversiteit?

  • 1. Bespreek met collega’s de manier van samenwerken met ouders

    Er zijn verschillende opvattingen over hoe samenwerken met ouders er precies uit moet zien. De ene leraar ziet contact met ouders als ‘betrokkenheid tonen’ en de ander wil graag ‘partnerschap’. Het is goed om dit eens met je collega’s te bespreken. Want pas daarna kun je bedenken bepalen wat de rol van ouders kan zijn op het gebied van gender- en seksuele diversiteit op school.

    Een van de sleutels tot goede samenwerking met ouders ligt bij het bieden van ondersteuning. Je kunt ouders die het lastig vinden om dit thema thuis te bespreken, ondersteunen. Om niet alles over te nemen van de ouders ga je als school op zoek naar gemeenschappelijke waarden en normen. Dit kan het uitgangspunt zijn van een schoolvisie. Hoe je dat soort ‘visiegesprekken’ kunt stimuleren op school lees je bij de Gendi-tips over een positieve schoolcultuur.

  • 2. Bespreek de rol van ouders bij gender- en seksuele diversiteit

    Als er een schoolvisie is op het gebied van gender- en seksuele diversiteit, kun je als leraar relaxter handelen en ouders hierover vertellen. Je wilt het liefst een visie over sociale veiligheid in relatie tot gender- en seksuele diversiteit en de rol die ouders hierin spelen. Want als je een plan hebt om op school ruimte te geven aan lhbti+, is het logisch om daarbij alle spelers te betrekken: leraren, leerlingen én ouders/verzorgers.

    Wat je als leraar kunt doen om te bevorderen dat op jouw school hierover wordt nagedacht, lees je bij de Gendi-tips over een positieve schoolcultuur.

    Bovenstaande kun je meenemen in het denken over de rol van ouders bij gender- en seksuele diversiteit op school. Misschien kun je een intervisie organiseren met de vraag: “Waar loop je tegenaan wat betreft gender- en seksuele diversiteit?”. Behandel de vraag dan eens vanuit een 360 graden perspectief:

    • Het perspectief van de leerling
    • Het perspectief van de leraar
    • Het perspectief van de ouders

    Bespreek samen ook eens de momenten waarop je deze thematiek met ouders kunt bespreken (zie tip 3). Nog een tip om tot visievorming te komen: laat gender- en seksuele diversiteit & ouderbetrokkenheid eens een onderdeel zijn van een professionaliseringsdag.

  • 3. Vertel ouders over de schoolvisie en sluit aan bij wat zij belangrijk vinden

    Als leraar/mentor kun je op verschillende momenten met ouders praten over de schoolvisie (zie tip 2). Dit kan in een meer anonieme setting, bijvoorbeeld bij de start van een schooljaar waarbij alle ouders zijn uitgenodigd. Maar je kunt dit als leraar ook ter sprake brengen tijdens een intakegesprek met een nieuwe leerling. Als ouders vanaf het begin van de brugklas weten hoe de visie van de school hierin is, komen zij niet voor verrassingen te staan. Je geeft je hierdoor ook de urgentie mee van het bespreken van gender- en seksuele diversiteit – zowel op school als thuis.

    In je gesprek met ouders is het fijn om te starten vanuit onderwerpen die voor beide partijen belangrijk zijn. Thema’s als goede leerprestaties op school, plezier en voldoende slaap spreken ouders vaak sterk aan. Ouders en leraar kunnen elkaar dus gemakkelijk vinden op het gebied van een goed toekomstperspectief voor hun kind (en jouw leerling) en een gezonde ontwikkeling.

    Als een kind bijvoorbeeld spanning ervaart omdat het zichzelf ‘anders’ voelt, kan dat minderheidsstress veroorzaken, wat niet goed is voor de schoolprestaties. De gevolgen van dit soort spanningen geven aan dat een gezonde omgang met gender- en seksuele diversiteit een belangrijke voorwaarde is voor een goede ontwikkeling en een goede toekomst.

  • 4. Bespreek met je leerling wat de behoeften zijn

    Soms wil je als mentor graag een ouder betrekken bij een situatie of een ongemak/probleem van een leerling. Bijvoorbeeld wanneer je leerling twijfelt over diens seksuele oriëntatie, of als een jongen aan je vertelt zich een meisje te voelen. Dan is het belangrijk om de leerling behoefte heeft dat dit mijn de ouders besproken wordt. Luister en vraag (zonder te oordelen): “Hoe is… voor je?”. Je kunt vragen naar het sociale netwerk van de leerling en waar deze sociale steun van ontvangt: “Van wie krijg je nu het liefste steun?”

    Als je op tijd begint met het opbouwen van een vertrouwelijke relatie met je leerling, dan kan het later – tijdens een moeilijker gesprek – eenvoudiger zijn om van gedachten te wisselen. Een leerling met wie je al een vertrouwde relatie hebt opgebouwd, zal zich eerder open en eerlijk uitspreken dan een leerling die zich overvallen voelt omdat de leraar `ineens’ over een gevoelig onderwerp wil praten.

    Het op tijd opbouwen van een vertrouwelijke relatie met ouders kan ditzelfde positieve effect hebben. Hoe je dat doet, lees je in tip 6.

  • 5. Vraag je leerling hoe je tot steun kan zijn in relatie tot de thuisomgeving

    Soms ervaren jongeren de schoolomgeving als veiliger dan thuis om zichzelf te kunnen zijn. Voor je leerling kan dit het moment zijn om in de context van de school een andere ontwikkeling te volgen dan thuis. Belangrijker dan het zoeken naar allerlei oorzaken, is om goed naar je leerling te luisteren en door te vragen welke steun deze van jou nodig heeft.

    Extra zwaar is het voor de leerling die zowel thuis als op school onveiligheid ervaart. Jouw belangrijkste steun is je waarachtige interesse in deze leerling. Je hoeft geen individueel, bewust en diepgravend onderzoek te doen; dat kan juist teweegbrengen dat de leerling minder open tegen je wordt. Tegelijkertijd kan deze leerling vroeg of laat enorme steun ervaren van kleine hints waaruit blijkt dat de leerling bij jou terecht kan. Het gaat om kleine bemoedigingen of steuntjes bij situaties waarvan jij weet dat je leerling die als lastig ervaart: een knipoog, een knikje of een hand op een schouder. Houd hierbij overigens scherp de grenzen van deze specifieke leerling in de gaten.

    Val ouders nooit af in je communicatie over de thuissituatie van je leerling. Als dat van toepassing is, kun je wel erkennen dat het een zware last kan zijn als ouders moeilijk kunnen omgaan met de identiteit van hun kind.

  • 6. Voer een driehoeksgesprek met leerling én ouders

    Om leerlingen zich te laten ontwikkelen tot zelfverantwoordelijke burgers is het belangrijk dat school en ouders efficiënt en effectief samenwerken. Het driehoeksgesprek is een gesprek tussen mentor, leerling en ouder(s), waarin iedereen een eigen rol en inbreng heeft. Om een vertrouwensrelatie met zowel leerling als ouder(s) op te bouwen kun je dit gesprek aan het begin van het jaar voeren. Zorg voor kennismaking met gelijkwaardigheid, dialoog en evenredige inbreng van alle drie. Zo zet je de toon voor hoe je met elkaar in gesprek gaat en bouw je aan vertrouwen. Die basis helpt als je later een lastiger onderwerp te bespreken hebt.

    Ook als een van je leerlingen problemen ervaart op school of thuis, kun je een driehoeksgesprek starten. Wanneer het probleem mogelijk gaat over gender- en seksuele diversiteit, kan het voor de leerling belangrijk zijn om dit gesprek eerst met jou voor te bespreken. In dit voorgesprek kan het bijvoorbeeld gaan over de wensen van de leerling ten aanzien van jouw ondersteuning tijdens het gesprek. Want het eigenaarschap van dit driehoeksgesprek ligt bij de leerling, zodat dit aansluit bij diens behoeften.
    In het gesprek kun je soms ook de ouder(s) helpen. Hoe voelde het bijvoorbeeld toen hun kind uit de kast kwam? En hoe gaat het nu?

  • 7. Wees bewust van je oordeel over gevoelens en opvattingen van de ander

    Tijdens een gesprek met ouders en/of leerlingen, kan het voor jou duidelijk worden dat jijzelf anders tegen zaken aankijkt dan de ouder(s) of de leerling. Stel je oordeel hierover uit. Ook al zou je de grondwet en de visie van de school aan je zijde hebben. Het helpt de leerling niet als je nu oordeelt over de wijze waarop leerling en/of ouders met dit thema omgaan. Want een valkuil is dat je de indruk wekt dat je vanuit een soort ‘morele superioriteit’ spreekt. Een open gesprek met respectvolle aandacht voor waar de gevoelens en opvattingen van de ander vandaan komen (eigen ervaringen, oordeel van familie of omgeving, traditie, religie) heeft meer kans van slagen.

  • 8. Geef je leerlingen handvatten om gender- en seksuele diversiteit met ouders te bespreken

    Wanneer je in de klas met elkaar hebt gepraat over gender- en seksuele diversiteit, is het fijn als leerlingen dit ook met hun ouders kunnen bespreken. Uit een peiling van het ministerie van VWS blijkt dat zes op de tien ouders weleens met hun kind over seksuele geaardheid praten en denken genoeg te weten om hierover een gesprek te kunnen voeren. De aanleiding voor een gesprek is meestal dat hun kind of zijzelf hier iets over gehoord of gezien heeft op school, televisie of internet. De normen die leerlingen van thuis meekrijgen, zijn vaak (net even) anders dan de normen op school. Soms is er weinig verschil, maar ook dán kan het van belang zijn om het gesprek over verschil in normen aan te gaan in de klas.

  • 9. Betrek de ouderraad én de leerlingenraad.

    Het kan behulpzaam zijn om de ouderraad te betrekken bij het sociaal veiligheidsplan en bij andere regelingen op het gebied van burgerschap, seksualiteit en seksuele diversiteit. Spreek op voorhand duidelijk af binnen het schoolteam waarbij ouders kunnen ondersteunen. en bij wie de beslissing het zwaarst weegt.
    Om eigenaarschap te voelen over deze plannen en regelingen is het belangrijk dat de schoolleiding intrinsieke betrokkenheid heeft en blijft tonen, dat ze het onderwerp blijft agenderen, en dat ze leraren en ouders blijft betrekken. Hierdoor zal het vertrouwen en het eigenaarschap groeien bij alle partijen. Als leraren en ouders op deze manier constructief werken aan een lhbti+-inclusief beleid zal dat de veiligheid van lhbti+-leerlingen ten goede komen.

    Daarnaast is het belangrijk om de leerlingenraad bij deze onderwerpen te betrekken. Leerlingen worden graag betrokken bij deze thema’s en hebben er vaak erg goede ideeën over.

Lesmaterialen

Kennis & inspiratie

Het spiegelgesprek

vo/mboteamtoolgespreksstarter

Hoe veilig voelen jullie leerlingen zich op het gebied van seksuele diversiteit? Kom erachter in interessante gesprekken tussen leerlingen en leraren. Deze gesprekstool helpt je op weg.

Hoe doen zij het? Het Theresialyceum

vopraktijkvoorbeeld

Door een spiegelgesprek met leerlingen over seksuele diversiteit ontdekte het Theresialyceum dat ze nog een tandje bij kon zetten, wat ook gebeurde.

Ga naar het Adviespunt van School & Veiligheid

voor advies over lhbti+ en sociale veiligheid op school