po/voervaringsverhaal

School moet een veilige plek zijn voor lhbti+-leerlingen maar ook voor lhbti+-leraren. Lars Delleman, redacteur bij Brandpunt+, vroeg drie leraren hoe open zij kunnen én willen zijn over hun seksuele identiteit. Lees hier hun verhaal.

Onderstaande tekst is met toestemming overgenomen uit het artikel Uit de kast voor de klas? van Lars Dellemann, Brandpunt+.

Foto: Maarten Delobel

Zo maak ik mijn geaardheid bespreekbaar

“Bij iedere nieuwe klas stel ik mezelf voor in een slideshow”, vertelt docent maatschappijleer Flemming van de Graaf (30). Hij geeft les aan de bovenbouw havo/vwo van het Hofstad Lyceum in Den Haag. “Op één van die slides laat ik mijn kat zien, en zeg ik: ‘dit is mijn grote liefde, daarom is mijn vriend soms een beetje jaloers.’ Ik wilde open zijn naar mijn leerlingen, maar wanneer en hoe benoem ik dat ik een relatie heb met een man? Het duurde een jaar of drie tot ik op die slide uitkwam, en het werkt gelukkig heel goed.”

Juist omdat zijn homoseksualiteit een bekend gegeven is, kan Flemming daar naar eigen zeggen goed mee omgaan. Bijvoorbeeld als er gescholden wordt met zemmer, straattaal voor homo. “Ik vind het heel belangrijk om op zo’n moment een grens te trekken en een gesprek aan te gaan over waarom zo’n woord schadelijk is. Het raakt mij niet persoonlijk, maar dat betekent niet dat het oké is. Mocht er toevallig een lhbt-leerling in de klas zitten, dan wil ik dat hij of zij dat ook meekrijgt.”

“Als gender- en seksuele diversiteit in het algemeen op school worden besproken en begrepen, maakt dat de drempel om als docent uit de kast te komen veel lager.” (Flemming de Graaf, leraar vo)

Jullie mogen me alles vragen

Ook Maxe de Rijk (28) twijfelde een tijdje over hoe ze haar geaardheid ter sprake zou brengen in de klas. Ze is hoofddocent persoonsvorming & socialisatie aan het Mundus College, een vmbo-school in Amsterdam Nieuw-West. “Ik wist dat ik het bespreekbaar wilde maken, maar ik wist ook dat ik voor veel leerlingen de eerste openlijke lhbt+’er ging zijn met wie ze in aanraking zouden komen. Dat ik niet wist hoe ze zouden reageren, vond ik spannend.

Na een jaar vertelde ze aan haar mentorklas dat ze op vrouwen valt en een vriendin heeft. “Dat werd een mooi gesprek, ze waren vooral heel nieuwsgierig.” Tegenwoordig opent Maxe het gesprek in al haar klassen in het begin van het schooljaar, als ze de leerlingen al een paar weken kent. ‘Vandaag ga ik iets persoonlijks vertellen’, zeg ik dan. Ze mogen me daarna alles vragen, zolang het respectvol blijft.”

“Alleen al laten zien dat je als niet-hetero ook gelukkig kan zijn en een ‘normaal’ leven kan leiden, is waardevol”, vertelt ze. “Leerlingen krijgen soms alleen maar stereotypen mee uit de media mee.” In de lagere leerjaren waaraan Maxe lesgeeft, komen leerlingen over het algemeen nog niet uit de kast. Maar ze weet dat er statistisch gezien altijd een paar lhbti+’ers tussen zitten. “Voor hen wil ik het rolmodel zijn dat ik zelf nooit had.

“Om veiligheid voor een docent te creëren, is de steun van collega’s belangrijk. (Maxe de Rijk, leraar vo)

Ik wil niet bekend staan als de ‘De homodocent’

Jeroen (28) geeft les aan groep 5 van een basisschool in de provincie Utrecht. Zijn collega’s weten dat hij samenwoont met zijn vriend, maar dat geldt niet voor zijn leerlingen. “Er wordt me weleens gevraagd of ik een vriendin heb. Dan zeg ik ‘nee’, en verder niets. Ik zie het niet als een groot geheim, maar ik denk wel na over de reacties die ik zou krijgen als ik het bespreekbaar maak. Dat het in de beleving van mijn leerlingen iets groters wordt dan ik zou willen. Ik wil niet bekend staan als ‘de homodocent’.”

Soms ontstaat er bij Jeroen twijfel over zijn keuze om zijn geaardheid niet met zijn leerlingen te delen, want ook hij ziet het belang in van een positief rolmodel.

Bron: Uit de kast voor de klas? Brandpunt +, Lars Dellemann.


Ga naar het Adviespunt van School & Veiligheid

voor advies over lhbti+ en sociale veiligheid op school