Lhbti+-thema’s in een teamoverleg bespreken, werkt het best als daar een concrete aanleiding voor is. Denk daarbij aan:

• Negatieve opmerkingen of schelden met ‘homo’ door studenten. 
• Problemen op casussen rondom gender- en seksualiteit, die op dit moment spelen op de opleiding. 
• De transitie van een student. 
• Nationale themadagen zoals Paarse Vrijdag, Coming-out Dag, Day of Silence. 
• Een vraag of opmerking van een student of een collega. 
• Het nieuws. Een geweldsincident tegen lhbti+ ers bijvoorbeeld.

Bespreek tijdens het teamoverleg wat de visie van de school is en hoe dit zich verhoudt tot wat jullie concreet bespreken. Wat zijn de moeilijkheden? Wat zijn de mogelijkheden? Welke normen en waarden willen we uitdragen? Komt er een concrete actie uit het gesprek en wie volgt deze op?

Wanneer er in de opleiding een visie is op gender- en seksuele diversiteit, is dat zeer helpend om ruimte te scheppen op dit gebied voor de studenten. Een visie moet wel ondersteund en uitgedragen worden door jullie als docenten. Uitwisselen hoe jullie persoonlijk tegenover het thema staan is van belang. Met elkaar reflecteren op  ieders normatieve opvattingen over gender- en seksuele diversiteit, is dus zinvol, maar niet altijd gemakkelijk. Het kan helpen om naar aanleiding van concrete situaties de gemeenschappelijke waarden te vinden. Daarbij kan de ‘Struisvogel Sessie’, een gesprekstool van School & Veiligheid behulpzaam zijn.

Om met je collega’s het thema gender- en seksuele diversiteit aan te gaan (wat is onze visie, hoe dragen we dit uit, hoe denken we er zelf over, hoe zorgen we alle leerlingen zich sociaal veilig voelen bij dit thema) kan best ingewikkeld zijn, omdat het thema veel uiteenlopende gevoelens en emoties oproept.  In zo’n geval kun je eens een externe partij uitnodigen die jullie onbevooroordeeld en rustig in dit gesprek kan begeleiden. 

Soms is er nog geen breed gedragen visie en begint de aandacht en het gevoel van urgentie voor gender- en seksuele diversiteit bij jezelf, omdat je zelf  lhbti+ bent of omdat de veiligheid van lhbti+-studenten je aan het hart gaat. En soms voel je de urgentie omdat het belangrijk is voor het beroepenveld van jullie opleiding. Een professionele houding betekent dat de aandacht niet alleen bij jou vandaan mag komen. Een risico kan zijn dat je collega’s dat gaan zien als je persoonlijke hobby.  

De motivatie van collega’s om ook aandacht te besteden aan gender- en seksuele diversiteit, zal per collega verschillen. Maar wanneer je zelf eerlijk vertelt over de redenen waarom jij dit zo belangrijk vindt, zullen er vast collega’s zijn die je hier mee ‘raakt’ waardoor ook hun motivatie kan groeien.  

Benut eventueel concrete aanleidingen om met je collega’s/in het team te praten over gender en seksuele diversiteit. Zie tip 1. Een combinatie van luisteren, doorvragen, en het zichtbaar maken van je eigen betrokkenheid bij het welzijn van lhbti+-studenten is de beste manier om het thema geregeld te agenderen in een teamoverleg. 

Aandacht voor lhbti+-studenten is een zorg voor het hele team. Voor mbo-opleidingen is het een grote vraag welke functionele verantwoordelijkheden geknoopt kunnen worden aan wat jij en je collega’s nodig hebben. Betrek je samen met je collega’s de onderwijsmanager om ruimte te maken voor het thema in overleggen, om zo draagvlak te creëren. 

Geef je manager de tip om onze handreiking ‘Waar begin je?’ te gebruiken voor een teamgesprek. De mate van ruimte voor gender- en seksuele diversiteit in de opleiding is een goede graadmeter voor hoe veilig het is. Dat uitgangspunt stimuleert werken aan een inclusief schoolklimaat voor elke student. Wanneer je als team met vragen rondom gender- en seksuele diversiteit blijft zitten is het belangrijk dat je ondersteuning zoekt.

Je kunt bijvoorbeeld een Gezonde Schooladviseur vragen om advies rondom dit thema of je stelt een docent aan die zich verdiept in dit thema. Daarnaast kun je contact opnemen met een organisatie die jullie kan ondersteunen. Als je streeft naar een structurele inbedding, ga dan in overleg met je teamleider en kom tot een plan waarmee een werkgroepje van enthousiastelingen aan de slag kan de aandacht voor seksuele en genderdiversiteit in de opleiding in het beleid te integreren. 

Bespreek regelmatig met elkaar hoe de lessen met dit thema verlopen. Veiligheid omtrent gender- en seksuele diversiteit blijkt alleen in de praktijk en vraagt daarom voortdurende aandacht. Je zou als team een repertoire willen ontwikkelen om die veiligheid te bevorderen. Een onderwerp als dit vraagt soms wat meer lef en pro activiteit.

Je kunt bijvoorbeeld vragen naar ervaringen van je collega’s. Vraag hoe zij omgaan met bepaalde opmerkingen. Noem opmerkingen die je zelf in jouw klas hebt gehoord om dit gesprek te starten. Je kunt op deze manieren goede praktijken met elkaar delen en elkaar ondersteunen waar het moeilijk  is. 

Bespreek hoe je collega’s zich voelen en handelen bij onveilige signalen. Een onveilige situatie in de klas heeft impact op studenten en docenten. Wanneer je merkt dat een student zich onveilig voelt, wanneer de veiligheid van de hele klas in het geding komt, of wanneer je zelf een onveilig gevoel hebt, kan het helpen om dit daarna met een collega te bespreken.  Je kunt  vragen of je collega’s het herkennen. Zo ja, wat was het effect van de situatie bij hun? En hoe hebben zij dat opgelost? Door samen over deze ervaringen te spreken, kun je elkaar helpen.