Next Benedict, een non-binaire scholier uit de Verenigde Staten overleed een dag nadat die in aanvaring kwam met drie medescholieren in de wc’s van een middelbare school. (Bron: NOS.nl) Een aangrijpend nieuwsbericht, dat wellicht de klas binnenkomt. Hoe praat je met je leerlingen veilig over zo’n heftige gebeurtenis?

Non-binair

Voordat je een inhoudelijk gesprek voert met je leerlingen is het handig om eerst zelf de nieuwsberichten te lezen, die erover zijn verschenen. Next Benedict was non-binair. Bespreek met de klas wat dit eigenlijk inhoudt. Het Gendi- artikel ‘Wat betekent gender?‘ geeft uitleg (met video’s) over genderidentiteit en -diversiteit die je daarbij kunt gebruiken.

Wanneer je op één of andere manier je niet thuis voelt binnen de man/vrouw tweedeling zoals we die kennen binnen onze samenleving (je bent man of vrouw), noemen we dat non-binair. Non-binair zijn is een genderidentiteit waar je je mee kan identificeren.

Geef ook uitleg over voornaamwoorden. In de Nederlandse taal kennen we de traditionele aanspreekvormen hij/hem/zijn en zij/haar/haar. Maar non-binaire mensen vinden het soms prettiger om anders aangesproken te worden. Bijvoorbeeld met die, hen en hun. Weet je niet welke voornaamwoorden je kunt gebruiken? Vraag het aan die persoon!

Sociale veiligheid van alle leerlingen

Bij het praten over genderdiversiteit, maar ook over pesten, is het van belang dat elke leerling zich veilig voelt. Het kan namelijk veel losmaken in de klas. Leerlingen die horen tot de lhbti+ gemeenschap zijn extra kwetsbaar. Zij worden twee keer zo vaak gepest als heteroseksuele leerlingen (Scholte e.a., 2016)Feiten & cijfers lhbti+. Bij het bespreken van gender- en seksuele diversiteit in je klas is het goed om hier oog voor te hebben. De Gendi-tip Een lhbti+ leerling ondersteunen somt op wat je kunt doen.

Ook voor heteroseksuele leerlingen kan het onderwerp gevoelig liggen omdat bijvoorbeeld ouders, een broer, zus, familielid of vriend/vriendin tot de lhbti+ gemeenschap behoort. Of als de leerling zelf (om een andere reden) te maken heeft met pesten.

Praten met respect

Een belangrijk startpunt om te zorgen voor een veilige sfeer in de klas is om van te voren samen gespreksregels af te spreken. Bijvoorbeeld: laat elkaar uitpraten en lach elkaar niet uit. Ook bij gesprekken die spontaan ontstaan – door een vraag of opmerking van een leerling – kun je prima aangeven; ‘Voordat we het hier met elkaar over hebben, vind ik het belangrijk om afspraken te maken. Het is belangrijk dat iedereen mag zeggen wat je vindt, maar daarvoor spreken we wel samen af hoe we dat doen zonder elkaar te kwetsen/met respect voor elkaar.’

Als docent zorg je dat  leerlingen zich houden aan de afspraken. Begrens waar nodig, maar nodig ook uit. Door te begrenzen werk je aan een positieve norm in de groep. Door uit te nodigen zorg je voor een veilig klimaat. De visual ‘Stappenplan voor een veilig gesprek’ brengt eenvoudig in beeld hoe je dat doet.

Docentrollen

Wees je tijdens gesprekken over gevoelige onderwerpen in de klas bewust van de rol die jij  als docent hebt.

  • Je hebt een voorbeeldrol. Doe daarom niet mee met ongepaste opmerkingen of grappen.
  • Wees je bewust van je eigen mening met betrekking tot gender- en seksuele diversiteit en probeer deze niet leidend te laten zijn in het gesprek. Wees juist nieuwsgierig naar de meningen van je leerlingen.
  • De rol van gespreksleider kun je op verschillende manieren vervullen. Zo kun je onpartijdig zijn, de geloofwaardige of de vertolker. Bedenk van te voren wat je doel is met het gesprek en pas daar je rol op aan. De visual Docentrollen laat je de verschillende rollen zien.

Wil je meer tips voor een veilig gesprek over gender- en seksuele diversiteit in de klas. Bekijk de Gendi-tip hierover.


Ga naar het Adviespunt van School & Veiligheid

voor advies over lhbti+ en sociale veiligheid op school