lhbti+pestenpo/vo/mbopodcastToon nog 1 tags

Jan Jaap Hubeek praat met onderzoeker Tessa Kaufman en journalist en documentairemaker Pete Wu over de complexiteit van grappen. Wat kunnen we leren vanuit ervaringen en onderzoek? En wat vraagt dit van school en de leraar? Een podcast gemaakt naar aanleiding van de Week Tegen Pesten 2022 met het motto ‘Grapje! Moet toch kunnen?!’

Complexiteit van grappen

Hoe erg is een grapje nou eigenlijk? Bij grapjes denk je misschien niet meteen aan pesten. Toch kunnen grappen zorgen voor een vervelend of onveilig gevoel en zelfs uitdraaien op uitsluiting en pesten.

Grapjes-achtig discrimineren

Tessa Kaufman doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar pesten en ervaringen van afwijzing onder lhbt-jongeren. Volgens haar zie je dat mensen elke dag op een grapjes-achtige manier discrimineren. Grappig bedoelde opmerkingen die bij de ander een gevoel van afwijzing en uitsluiting teweeg brengen.

Pijnlijke grapjes van leraren

Ook leraren maken zich schuldig aan deze zogenaamde micro-agressie. Ze kunnen het zelfs versterken. Dat de lhbt-groep twee tot zelfs drie keer zo vaak gepest wordt door een leerkracht heeft volgens haar te maken met dit soort dagelijkse ervaringen. Ook de soms ouderwetse opvattingen van leerkrachten over gender spelen een rol. Ze hebben niet door dat opmerkingen soms pijnlijk zijn.

“Ik geef jou een roze mapje, want jij bent gay”

Welke boodschap zit er achter het ‘grapje’?

Als leraar zorg je voor een veilige sfeer in de klas. Als je ziet dat leerlingen onderling grapjes maken (over homo’s bijvoorbeeld) is het van belang om er iets van te zeggen. Door dat te benoemen en te bespreken maak je volgens Tessa Kaufman het onzichtbare zichtbaar. Wat zeg je eigenlijk? Welke boodschap zit er achter dat grapje?

“Als iemand lacht om je grapje betekent nog niet dat diegene het leuk vindt”

Bewustwording is belangrijk

Ook als je intentie goed is, kan een grap een negatieve impact hebben. Je als leerkracht daarvan bewust zijn en jezelf de vraag te stellen; hoe kan ik daar inclusiever in zijn? is al een stap in de goede richting. Pete Wu noemt het hebben van rolmodellen en representatie als belangrijk voor lhbti’ers. Je daarvan bewust zijn als leraar en hier rekening mee houden in de voorbeelden die je gebruikt in de les kan al een verschil maken. Ga niet altijd uit van de heteronorm.

Een heel klein dingetje dat je kan doen is vragen naar de voornaamwoorden waarmee leerlingen aangesproken willen worden. En in je taalgebruik eens vaker ‘die’ of ‘hen’ te gebruiken.

Podcast Week Tegen Pesten

Ga naar het Adviespunt van School & Veiligheid

voor advies over lhbti+ en sociale veiligheid op school