Een positieve schoolcultuur

PO

Gendi-tips

Een positieve schoolcultuur draagt bij aan het veiligheidsgevoel van lhbti+-leerlingen. Deze tips helpen basisscholen op weg.

  • 1. Stel een norm: op onze school geven we ruimte aan gender- en seksuele diversiteit

    Als je ergens ruimte voor nodig hebt, moet die ruimte worden gemarkeerd en gegarandeerd. Afbakening van de ruimte geeft een veilig gevoel. Dus als de school veilig de ruimte wil geven aan een positieve cultuur op het gebied van gender- en seksuele diversiteit, zal ze die ruimte moeten afbakenen met normen en regels.

    Het geeft leerlingen een veilig gevoel als de school als norm stelt dat pesten of uitsluiten op basis van gender- en seksuele diversiteit niet mag. Bijvoorbeeld wanneer een leerling twee moeders heeft of wanneer een jongen een jurk draagt. Het niet-toestaan van pesten en uitsluiten kan benoemd worden in het veiligheidsplan, de schoolregels, de antidiscriminatie-code en het klachtenreglement.

    Beschouw het roepen met bijvoorbeeld ‘homo’ niet als normaal. Communiceer dat met ouders in het intakegesprek. Spreek als collega’s onder elkaar af hoe je hiermee wilt omgaan. Veel jonge kinderen gebruiken het woord homo als roepwoord maar weten nog niet wat dit betekent. Ga het gesprek aan, vraag wat ze al weten en waarom ze het gebruiken. Wellicht kennen ze een ander woord wat meer vertelt over de boodschap die ze over willen brengen bij de ander?.

    Als het roepen met ‘homo’ echt schelden is en overgaat in pesten, dan is er de mogelijkheid aan te kloppen bij het aanspreekpunt pesten/de vertrouwenspersoon. Bij klachten over bijvoorbeeld homopesten biedt de vertrouwenspersoon en de klachtenprocedure ruimte. Een klachtenprocedure helpt om de situatie zorgvuldig te behandelen. Zo’n procedure ziet een klacht niet als last maar als leermoment.

    Ook posters, vlaggen, boodschappen op het intranet en berichten in (nieuws)brieven dragen bij aan een veilig gevoel.

  • 2. Haak aan bij gedragsafspraken over respectvol omgaan met elkaar

    Respect krijgen (en geven) is iets waarvan iedereen het belang begrijpt. Daarom worden er vaak specifieke lessen aan gewijd, bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar of in de Week van Respect. Je kunt dit onderwerp ook onderbrengen bij burgerschap, bijvoorbeeld onder de noemer van bouwsteen Identiteit (BU04.1).

    In deze lessen worden vaak gedragsafspraken gemaakt vanuit het denken over identiteit of culturele diversiteit: iedereen met respect behandelen, ongeacht de culturele achtergrond, religie, woonwijk, land van de voorouders. Vaak wordt eveneens gekeken naar fysieke en mentale diversiteit. Maar respect voor seksuele voorkeur en genderidentiteit hoort er ook bij. Het is belangrijk dat de afspraken die in alle klassen worden gemaakt ook worden gebundeld, zodat je met elkaar tot een voorstel komt dat draagvlak heeft binnen de hele school.

    Bespreek tijdens het maken van deze afspraken allerlei verschillen tussen mensen en hun achtergronden. Bekijk waar je leerlingen zich bevinden in hun kennis over dit thema en probeer hierbij aan te sluiten. Kijk bij de Kennis & Inspiratie artikelen hoe je in de les aandacht hieraan kunt besteden. Kijk bij Lesmaterialen om concreet aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld de Kletskaartjes ‘Van jongens tot en met meisjes’ waarmee je het onderwerp gender- en seksuele diversiteit op een speelse, laagdrempelige manier met je leerlingen bespreekt.

  • 3. Gebruik tools als hulpmiddel

    Er zijn diverse tools om het thema seksuele diversiteit en gender aan bod te laten komen in de school. Neem een kijkje bij Kennis & inspiratie voor werkvormen. Een mooie start is bijvoorbeeld het Digitaal veiligheidsplan van School & Veiligheid, vooral omdat je hierin meteen praktische voorbeelden vindt die van toepassing zijn op gender- en seksuele diversiteit.

    Denk bij het gebruik van tools ook na over hoe de sfeer nu is op jullie school. Hoe veiliger en prettiger de sfeer op school is, hoe opener de leerlingen kunnen zijn in het uiten van hun opvattingen en gevoelens. Op deze manier kunnen zij makkelijker leren een respectvolle houding aan te nemen ten opzichte van diversiteit en gender- en seksuele diversiteit.

  • 4. Werk samen met een groepje enthousiastelingen

    Een plan vindt het beste zijn weg in de school wanneer hieraan door een groepje wordt gewerkt. Dit zijn collega’s die allemaal de noodzaak zien om lhbti+-onderwerpen aandacht te geven en dit goed te organiseren – op weg naar een positieve lhbti+-schoolcultuur. Zij zien ook het nut ervan in om vooruit te kijken op grond van wat speelt in de school of de klas. Het kan goed werken als zo’n werkgroepje samenvalt met een groep die al bestaat, bijvoorbeeld voor Gezonde School of op het gebied van gelijke kansen en inclusie. Het voordeel daarvan is dat lhbti+ dan niet als iets aparts wordt bezien.

  • 5. Zoek een coördinator en organiseer dat deze persoon hier extra tijd voor krijgt

    Plannen om structureel meer ruimte te geven aan kwetsbare identiteiten, redden het alleen wanneer iemand proactief het vuurtje wakker houdt. Er is dus iemand nodig die de uitvoering van de plannen coördineert. Die belangstelling toont voor de collega’s die hier mee bezig zijn, en de voortgang in de gaten houdt. Deze medewerker zou hier wel extra tijd voor moeten krijgen. In de praktijk blijkt dit vaak bijvoorbeeld de intern contactpersoon, intern begeleider, bovenbouw coördinator of de schoolleider te kunnen zijn.

  • 6. Betrek collega’s bij het groepje enthousiastelingen

    Vertrouwenspersonen, intern begeleiders en de ‘aanspreekpunten voor het antipestbeleid’ kennen veel leerlingen en hun situaties. Hun bevindingen zijn belangrijk voor de betrokken leraren van het groepje enthousiastelingen (zie tip 4). Ga als groep met deze collega’s in gesprek. Vraag wat zij tegenkomen op het gebied van kinderen die niet passen in het stereotyperende hokje ‘jongen’ of ‘meisje’ en lhbti+ leerlingen. Welke trends zien zij? Wat zegt dit over de cultuur van de school? Wat zou mogen veranderen en hoe kan dat georganiseerd worden? Wie zou daarbij betrokken kunnen worden?

    Als ze zeggen dat ze zelden of nooit leerlingen ontmoeten met vragen over gender- en seksuele diversiteit, kijk dan samen met hen naar Gendi-tips Een lhbti+ -leerling ondersteunen. Hier vinden jullie tips om meer ruimte en openheid te bevorderen. Want ook po-leerlingen kunnen met vragen over gender- en seksuele identiteit rondlopen, zeker vanaf het moment dat jongens- en meisjesgroepen ontstaan. Vragen die henzelf aangaan en vragen over hun relatie tot dit thema. Die vragen leven óók als er een open en veilige schoolcultuur is.

  • 7. Onderzoek wat leeft onder leerlingen, ook samen met hen

    Bij het creëren van een veilig schoolklimaat op het gebied van gender- en seksuele diversiteit is het nodig om te weten hoe dat klimaat op dit moment is. Door je leerlingen te betrekken bij het verzamelen van die informatie, ontstaat bij hen meteen ook bewustwording en betrokkenheid. Je kunt denken aan de volgende ideeën:

    • Ga met al je leerlingen gericht in gesprek over hoe zij willen omgaan met verschillen in genderidentiteit en seksuele oriëntatie. Gebruik bijvoorbeeld een nieuwsbericht of iets op TikTok als aanleiding. Je kunt van hen dan ook horen waar en wanneer negatief gedrag plaatsvindt, ook op het gebied van lhbti+.. Leerlingen hebben daar meestal meer zicht op dan de leerkracht.
    • Laat een groepje leerlingen zelf onderzoek doen in de school, als een soort ‘schoolvisitatie’. Kom met het groepje eens in de zoveel weken of maanden samen met één of twee leerkrachten. Bespreek de sfeer op school wat betreft onderwerpen als pesten en veiligheid voor diversiteit, maar vooral ook wat de sfeer positief maakt.
    • Schep ruimte voor leerlingen die met innovatieve of revolutionaire ideeën komen, ook als je die op het eerste gezicht als spannend of bedreigend ervaart. Je kunt binnen het team bespreken hoe de ideeën van de leerlingen passen binnen de visie van de school. Vragen die je daarbij kunnen helpen zijn:
        • Hoe kunnen ze bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling en burgerschapsvorming?
        • Wat doe je om de ideeën te beoordelen en zo mogelijk in te bedden in de schoolcultuur
        • Wat organiseer je als school met ‘voor- en tegenstanders’ op het moment dat onder ouders ongemak of moeite ontstaat?
        • Hoe bescherm je de leerling tegen pesten?
        • Is de besluitprocedure zodanig dat voor de leerlingen duidelijk is dat (enerzijds) hun initiatieven serieus genomen worden en (anderzijds) ook door leerkrachten nog beoordeeld mogen worden?
    • Maak het thema onderdeel van de verplichte monitoring van de veiligheidsbeleving door daarin ook vragen op te nemen over identiteit en seksuele oriëntatie. Dat zijn twee thema’s die in samenhang belangrijk zijn voor alle leerlingen.
  • 8. Informeer ouders

    Ouders mogen duidelijkheid van de school verwachten wat ze op dit punt van de school mogen verwachten. Dit is in het belang van het kind. Het beste is om ouders te informeren op het moment dat zij kiezen voor de school. Maar ook later is het belangrijk ouders geïnformeerd te houden.

    Op het moment dat het kind thuis vertelt over een ervaring met een trans leerling, moet de ouder daarop kunnen anticiperen. Dus zeg bijvoorbeeld (naar aanleiding van tip 7):
    “Op deze school:

    • werken we aan draagvlak voor de veiligheid van lhbti+-leerlingen;
    • gaan we hierover gericht in gesprek met leerlingen;
    • laten we leerlingen zelf onderzoek doen;
    • monitoren we in de veiligheidsbeleving ook op (gender)identiteit en seksuele oriëntatie;
    • werken we met een groepje leerlingen dat regelmatig overlegt;
    • bespreken we binnen het team op een positief-constructieve manier initiatieven van leerlingen.”

    Bij voorkeur verdiep je dit op een ouderavond. Op zo’n avond kun je vanuit gemeenschappelijke waarden zoeken naar hoe je samen de opvoeding wilt vormgeven. Lees hiervoor de Gendi-tips Contact met ouders.

  • 9. Gebruik een doorlopende leerlijn als stimulans om te blijven verbeteren

    Misschien denk je bij ‘aandacht geven aan dit onderwerp’ het eerst aan lessen. Methodes vormen inderdaad een belangrijk houvast. Het is zinvol om te werken op een doorlopende leerlijn. Daarmee leg je het lange termijnperspectief van lessen en methodes vast, met als boodschap: ‘Bij ons op school mag je zijn wie je bent’. Een doorlopende leerlijn op de basisschool is belangrijk omdat de leerlingen vaak in een hoog tempo ontwikkelen.

    Aandachtspunt: in veel lesmateriaal is het onderwerp nog niet goed geïntegreerd. Wees je bewust van de materialen en voorbeelden die je gebruikt in je les. Kijk ook eens bij de Genditips Het thema opnemen in je les.

    Naast lesmaterialen zijn er meerdere mogelijkheden om het thema in alle leerjaren aan bod te laten komen. Een goede eerste stap is aansluiten bij wat de leerlingen al doen. Verbind bijvoorbeeld de leerjaren door leerlingen uit de bovenbouw te laten voorlezen uit boekjes omtrent dit thema aan leerlingen in de midden- of onderbouw.

    Of maak het onderdeel van de taalles. Bespreek wat termen als transgender en genderidentiteit betekenen. Wil je daarbij meer informatie? Bekijk dan eens de genderkoek. Noot: dit bespreken met je leerlingen vergt ook veiligheid in de klas. Hoe je zo’n gesprek veilig kunt voeren lees je bij Gendi-tips Een veilig klassengesprek voeren in het po.

  • 10. Bekijk de materialen in de school door de bril van gender- en seksuele diversiteit

    Maak een rondje door school (met een groep enthousiastelingen) en probeer met een oog voor gender- en seksuele diversiteit te kijken naar de inrichting en materialen in de school. Je kunt daarbij de volgende vragen stellen:

    • Hoe normatief zijn ze?
    • Dragen ze bij aan gelijkheid van alle leerlingen?
    • Bieden ze alle leerlingen evenveel mogelijkheden tot ontwikkeling?
    • Welke kleuren gebruiken we? Bijvoorbeeld bij de kapstok roze voor meisjes, blauw voor jongens, kan groen, geel of pimpelpaars worden voor iedereen
    • Hoe ziet de boekenkast eruit? Is deze gevuld met genderbewuste boeken? Bekijk wat boekensuggesties van Gendi.

    Door hier bewust op te letten en dit in de school door te voeren, geef je expliciet ruimte aan gender- en seksuele diversiteit. Zo stel je ook een positieve norm.

Kennis & inspiratie

‘Homo’ roepen op school 

po/vo/mboverdieping

Een positieve schoolcultuur vraagt om een doordachte houding ten aanzien van de veelgebruikte roepwoorden ‘homo’ en ‘gay’. Dit artikel geeft je informatie, tips en lessuggesties.

Gedragen Gedrag

po/vo/mboteamspel

Met je collega’s praten over gedragingen rond seksuele diversiteit. Met het teamspel Gedragen Gedrag kom je op een leuke manier tot gesprekken én tot afspraken en regels.

Maak melden pesten makkelijker

po/vo/mboverdieping

Lhbt+-leerlingen krijgen vaker te maken met pesten en vormen van ongewenst gedrag. Toch melden zij dit meestal niet. Met deze tips weten leerlingen de weg te vinden op school.

Lesmateriaal

Kletskaartjes over gender- en seksuele diversiteit

polesmateriaalgespreksstarter

Praten op een laagdrempelige manier over gender- en seksuele diversiteit? Dat kan! Met de ‘Kletskaartjes’ voer je leuke en leerzame gesprekjes in de klas. Gratis werkvorm van School & Veiligheid.

LEF-kist

gastleslesmateriaalpo

De LEF-kist is een doorgaande leerlijn voor groep 1 t/m 8 over diversiteit en respect: ‘Het mooiste dat je kunt worden is jezelf’. Indien gewenst geeft Schiedams Lef ook gastlessen hierbij.

Week van Respect

po/vo/mbokalendermoment

De Respect Education Foundation biedt gratis lessen aan over respect, pesten, identiteit, tolerantie en diversiteit. In november organiseren ze jaarlijks de Week van Respect.

Ga naar het Adviespunt van School & Veiligheid

voor advies over lhbti+ en sociale veiligheid op school