Een positieve schoolcultuur

MBO

Gendi-tips

Een positieve cultuur bevordert het welbevinden en de veiligheid van lhbti+ leerlingen. Tips voor het mbo om hieraan te werken.

  • 1. Stel een norm: op onze school geven we ruimte aan gender- en seksuele diversiteit

    Als je ergens ruimte voor nodig hebt, moet die ruimte worden gemarkeerd en gegarandeerd. Dus wil je op school veilig de ruimte geven aan een positieve cultuur op het gebied van gender- en seksuele diversiteit, dan zal je die ruimte moeten afbakenen met normen en regels. Waar kun je aan denken? 

    • Draag een sociale norm uit op school.
      Niet alleen als docent, maar ook als schoolleiders en manager is het belangrijk om uit te dragen dat het ondersteunen van seksuele en genderdiversiteit een prioriteit is binnen school. Zo voelen gemotiveerde docenten zich ondersteund en wordt het voor minder gemotiveerde docenten lastiger zich hieraan te onttrekken. Ook wordt de sociale norm voor lhbti+ inclusie sterker nageleefd als autoriteitsfiguren het belang ervan uitdragen.
    • Stel een norm in beleid.
      Het mbo dient een schoolveiligheidsplan op te stellen. In overleg met en met instemming van de medezeggenschapsraad moet beleid vastgesteld worden dat ook Lhbti+-discriminatie moet voorkomen. In schoolregels, de antidiscriminatie-code en het klachtenreglement moet Lhbti+-discriminatie worden genoemd als niet toegestaan. Hieronder moeten ook pesten, intimidatie en homo- en transfobie worden begrepen. Neem ook expliciet het recht om op school voor je genderidentiteit of seksuele oriëntatie uit te komen op in het sociaal veiligheidsplan van je school. Uit onderzoek blijkt dat lhbti+-studenten zich dan veiliger voelen. 
    • Stel een norm in de praktijk.
      Zichtbaarheid van lhbti+ ondersteunt impliciet de sociale norm en zorgt daarmee voor een veilig gevoel. Je kunt hierbij denken aan het ophangen van posters met een lhbti+ thema, berichten op het intranet en in (nieuws)brieven.
      Beschouw het roepen met bijvoorbeeld ‘homo’ niet als normaal. Bespreek in het onderwijsteam hoe jullie hier mee om willen gaan. Bijvoorbeeld disciplinair optreden wanneer er geen ruimte is voor gesprek, pedagogisch optreden wanneer die ruimte er wel is, of een formele klacht wanneer de student, die wordt uitgescholden, dit wil. Lees ook het artikel Homo roepen op school wat jein de klas kan doen.

  • 2. Haak aan bij gedragsafspraken over respectvol omgaan met elkaar

    Binnen de opleiding zijn afspraken over respectvolle omgang belangrijk. Respect krijgen (en geven) is iets waarvan iedereen het belang begrijpt. Daarom worden er vaak specifieke lessen aan gewijd, bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar of in de Week van Respect.   

    Denk ook aan lessen burgerschap. In de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap is immers vastgelegd dat de student de basiswaarden van onze samenleving – zoals mensenrechten en acceptatie van diversiteit -herkent en erkent, en leert omgaan met dilemma’s ten aanzien van verschillende waarden die mensen kunnen hebben. In deze lessen kun je met studenten gedragsafspraken maken vanuit het denken over culturele diversiteit: iedereen met respect behandelen, ongeacht de culturele achtergrond, religie, woonwijk, land van de voorouders. Respect voor seksuele voorkeur en genderidentiteit hoort er ook bij. Benoem daarbij expliciet homoseksualiteit, biseksualiteit, genderidentiteit en intersekse als factoren waarin ontzettend veel variaties bestaan. Vergeet niet te onderzoeken hoeveel overeenkomsten er zijn tussen al deze verschillende mensen. Zo kunnen studenten in hun hoofd gemakkelijker de verbinding maken tussen verschillen die ze al respecteren en verschillen in gender en seksuele voorkeur. 

  • 3. Richt een werkgroep met coördinator op

    Een plan vindt het beste zijn weg in de opleiding wanneer hieraan door een groepje wordt gewerkt, met iemand die proactief het vuurtje wakker houdt. Er is dus iemand nodig die de uitvoering van het beleid en deze werkgroep coördineert. Daaronder valt: 

    • In kaart brengen wie voor welke taak verantwoordelijk is. De zorg voor het welzijn van studenten, hun persoonlijke en burgerschapsvorming, de begeleiding van hun stage – dat alles ligt bij verschillende personen en loketten. Breng ze daarom in kaart met het oog op wat er moet gebeuren om ruimte te kunnen geven aan gender- en seksuele diversiteit. 

    De medewerker die zich hiermee bezig houdt, zou hier wel extra tijd voor moeten krijgen. 

  • 4. Maak de vertrouwenspersoon tot een zichtbaar loket

    Belangrijk voor lhbti+ studenten is dat het duidelijk is waar en bij wie zij kunnen aankloppen bij onveiligheid, zoals uitsluiting, pestgedrag, intimidatie agressie en geweld. Naast individuele docenten is dit ook de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon presenteert zich aan het begin van het schooljaar aan studenten en noemt daarbij expliciet dat lhbti+-studenten ook in vertrouwen kunnen aankloppen.

    De vertrouwenspersoon is op de hoogte wanneer en naar welke persoon of instantie een student wordt doorverwezen. Ook vertaalt de vertrouwenspersoon signalen van onveiligheid voor lhbti+-studenten in beleidsvoorstellen en neemt de werkgroep hierin mee. 

  • 5. Onderzoek – samen met studenten, wat er onder hen leeft

    Wat leeft er eigenlijk bij de studenten m.b.t. het thema seksuele en genderidentiteit? Wat betekent voor hen een positieve lhbti+-schoolcultuur? Waar en wanneer vindt negatief gedrag plaats naar lhbti+-studenten toe? Studenten geven je meer inzicht in concrete situaties dan de officiële monitoring.

    • Ga daarom gericht in gesprek met studenten en de GSA indien die aanwezig is. Gebruik bijvoorbeeld de werkvorm ‘Het spiegelgesprek’.
    • Laat een groepje studenten zelf onderzoek doen in school: een soort ‘schoolvisitatie’. Vraag hiervoor bijvoorbeeld studenten van de studentenraad.
    • Een advies van lhbti+-studenten zelf is: Neem in de officiële monitoring van de veiligheidsbeleving op school ook vragen op over (gender)identiteit en seksuele oriëntatie.
    • Zet de thermometer in de cultuur van de school. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de GSA Onderwijsstandaard.
    • Wees alert op impliciete en expliciete signalen. Wanneer je die kent en met collega’s deelt, lukt het je beter om draagvlak te creëren. Wil je daar meer in thuisraken. Bekijk dan de filmpjes van het GSA Netwerk met ervaringen van leerlingen. 

  • 6. Stimuleer studenten om met eigen initiatieven te komen

    Studenten hebben vaak allerlei ideeën hoe je een positieve lhbti+-schoolcultuur kunt bevorderen. Profiteer hiervan. Hét goede voorbeeld is een Gender & Sexuality Alliance (GSA). Een GSA moet geschikt zijn voor de school, maar als de studenten het niet willen, moet je wel met een beter alternatief kunnen komen.

    Agendeer op de studentenraad: ‘Hoe creëren we ruimte voor gender- en seksuele diversiteit?’ Bekijk een studenteninitiatief van ROC Amsterdam.

    Wat doe je om ideeën te beoordelen en zo mogelijk in te bedden in de schoolcultuur? Wat organiseert de opleiding met voor- en tegenstanders wanneer onder studenten weerstand ontstaat? Hoe bescherm je studenten tegen bijvoorbeeld discriminatie? Is de besluitprocedure zodanig dat voor studenten duidelijk is dat enerzijds hun initiatieven serieus genomen worden en anderzijds ook door (een deel van) het docententeam op geschiktheid beoordeeld zullen worden? Laat bijvoorbeeld minimaal twee studenten tijdens de besluitprocedure met het team meepraten.

    Kijk bijvoorbeeld eens naar deze opzet voor een visitatiedag.

  • 7. Gebruik een doorlopende leerlijn als stimulans om te blijven verbeteren

    Misschien denk je bij ‘aandacht geven aan lhbti+’ vooral aan het geven van lessen. Methodes vormen inderdaad een goede houvast. Met een doorlopende leerlijn leg je het lange termijn-perspectief vast van lessen en methodes. Je kunt deze bijvoorbeeld onderdeel laten zijn van jullie burgerschapsonderwijs. Wanneer gender- en seksuele diversiteit in alle leerjaren en bij verschillende vakken is ondergebracht, kun je binnen het team gemakkelijker de mooie en moeizame ervaringen delen. Deze verhalen kunnen een goede aanleiding zijn voor nieuwe stappen in het neerzetten van een positieve lhbti+-cultuur op school.

Kennis & inspiratie

Inclusief mbo

inspiratiembohandreiking

Als iedereen erbij hoort en meedoet met respect voor verschillen werkt dat positief door in het leren en ontwikkelen. De website inclusiefmbo helpt je te zorgen voor een inclusief schoolklimaat in het mbo.

Gedragen Gedrag

po/vo/mboteamspel

Met je collega’s praten over gedragingen rond seksuele diversiteit. Met het teamspel Gedragen Gedrag kom je op een leuke manier tot gesprekken én tot afspraken en regels.

Waar begin je?

teamtoollhbti+po/vo

Een poster om met collega’s stil te staan bij de vraag: ‘Zijn we nog steeds goed bezig om een veilige school te zijn, mét respect voor gender- en seksuele diversiteit?’ Gratis te bestellen of downloaden.

Lesmaterialen

Spel Gedragen gedrag

spelpo/vo/mbolesmateriaal

Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Aan de hand van situaties uit de praktijk onderzoek je met je leerlingen wat jullie wel en niet acceptabel vinden. Ook het thema seksuele diversiteit komt aan bod.

Week van Respect

po/vo/mbokalendermoment

De Respect Education Foundation biedt gratis lessen aan over respect, pesten, identiteit, tolerantie en diversiteit. In november organiseren ze jaarlijks de Week van Respect.

Paarse Vrijdag in het vo/mbo

vo/mbokalendermomentlesmateriaal

Paarse Vrijdag is een feestelijke dag met aandacht voor gender- en seksuele diversiteit op school. Het is een initiatief van COC Nederland. Gendi geeft je 12 ideeën over wat je deze dag kunt doen in de klas én de tips om te zorgen voor een veilige sfeer.

Een veilige school, ook voor lhbti+ leerlingen.